Situatieschets
Tijdens een nachtdienst treffen agenten op een parkeerplaats een man aan die midden in de nacht aan het rommelen is onder de motorkap van zijn auto. Op hun vragen geeft hij vage antwoorden. Hij oogt niet vijandig, maar iets aan zijn gedrag roept argwaan op. Het onderbuikgevoel van de agenten is voldoende reden om de sociaal psychiatrisch verpleegkundige (SPV) op de hoogte te brengen.
Onderzoek en signalen
De SPV besluit, op basis van dit signaal, na te gaan of de man eerder in zorg is geweest. Omdat de functie van de SPV valt onder de Acute Keten, waaronder ook de Crisisdienst, heeft hij toegang tot meerdere bronnen.
Het onderzoek levert zorgwekkende informatie op. De man blijkt een paranoïde vorm van schizofrenie te hebben. Hij is een bekende zorgmijder en door een recente verhuizing uit beeld geraakt bij hulpverlening en reclassering. In het verleden heeft hij onder invloed van stemmen geprobeerd mensen te slaan met een bijl. In oude rapportages staat bovendien dat zijn nachtelijke gedrag bij de auto eerder een aanwijzing is geweest voor psychose.
Actie en samenwerking
De SPV waarschuwt direct de operationeel coördinator (OPCO), wijkagent en teamchef. Er wordt een melding gedaan bij de Crisisdienst met het verzoek: mocht de man weer in beeld komen, dan is een beoordeling voor een Crisismaatregel noodzakelijk — ongeacht hoe rustig of meewerkend hij zich voordoet.
De politie vraagt in overleg met de SPV een foto op van de man en verspreidt een bericht met signalement via de briefing aan alle politiebureaus in het district. Er wordt niet gesproken over een diagnose, maar het bericht vermeldt wel dat de man psychotisch is en mogelijk een bijl of ander wapen bij zich draagt. Instructie: spreek hem altijd aan, fouilleer hem, en neem contact op met de Crisisdienst.
Aanhouding en vervolg
Twee dagen later belt een supermarktmanager in een wijk 10 km verderop. Een man loopt al geruime tijd onrustig door de winkel zonder iets te kopen. Agenten herkennen hem direct van het signalement. Hij houdt zijn hand krampachtig in zijn jaszak. Na aanhouding blijkt hij daar een scherp bijltje in te hebben — dat hij de hele tijd heeft vastgehouden.
De man wordt direct overgebracht naar een GGZ-beoordelingslocatie. Na gesprek met de Crisisdienst volgt opname via een Crisismaatregel.
Lessen voor de praktijk
- Het zogenoemde ‘onderbuikgevoel’ is vaak gebaseerd op ervaring, observatie en context. Ook al is het niet altijd direct concreet te maken, neem het serieus.
- Spreek je gevoel uit. Deel het met collega’s of zet het, zoals in deze casus, door naar een SPV.
- Deze melding leek klein, maar had grote impact. Door informatie slim te combineren kon een gevaarlijke situatie worden voorkomen.
- Samenwerking tussen politie en GGZ is hier cruciaal gebleken. Zonder privacy te schenden konden beide partijen handelen binnen hun bevoegdheden.
- Dankzij zorgvuldige opvolging, signalering en handelen op basis van professionele intuïtie, kon de man de juiste zorg krijgen voordat het misging.
Tot slot
Deze casus laat zien hoe essentieel het is om waakzaam te blijven, ook bij ogenschijnlijk klein en vaag gedrag. Door tijdig te handelen kon een mogelijk ernstig incident met meerdere slachtoffers worden voorkomen. De man is inmiddels opgenomen en krijgt passende zorg. Met medicatie en begeleiding lukt het hem weer grip te krijgen op zijn leven.
Deze casus is gebaseerd op werkelijke gebeurtenissen, maar geanonimiseerd en op onderdelen aangepast in verband met de privacy van betrokkenen.